'De beste Nederlandse roman van de laatste vijf jaar.' NRC Handelsblad over Grip 

Publicatie november 2011
Zeventiende druk juni 2015
Duitse uitgave bij Berlin Verlag 2013
Noorse uitgave bij Font Forlag 2013
Italiaanse uitgave bij Iperborea 2014
Franse uitgave bij Actes Sud 2015
Hongaarse uitgave bij Gondolat 2015




"Het oog wordt niet verzadigd met zien − maar in Noorwegen, in juni, zag je die bijbelse waarheid stranden. Want na weer een smetteloze bergketen en het zoveelste fonkelende zeegezicht werd het domweg onmogelijk nog meer op te nemen, helemaal wanneer je je zo in een gammele Ford Taunus langs de kust noordwaarts liet slingeren − een oneindige afwisseling van verlaten landwegen, peilloze tunnels en dommelende veerdiensten over fjorden. Hij had zich er in willen storten; hij had verlangd dat zijn zintuigen zo’n conditie − of plichtsbesef − bezaten dat ze elk panorama even volledig bleven absorberen. Maar dan, boven de poolcirkel, hun uiteindelijke reisdoel: de Lofoten. Zijn eerste gedachte toen hij bij aankomst de kaart kocht − dezelfde lichtblauwe met bleke vlekken bedekte kaart die hij nu gladstreek − was er een aan school geweest. Want ja, precies zó tekende je fabelcontinenten achter in je schriften, en zo stel je je als kind een eilandenrijk voor: losstaande pieken op eilanden en schiereilanden met legpuzzelachtige kustlijnen. Marten Toonder-land, zei Martin al op de boot vanaf Bodø en dat klopte precies, alles leek ontworpen door een tekenaar met een hang naar het uitzinnige en bevreemdende.
     Er was de middernachtzon; daar had hij naar uitgezien maar het bleek niet zo bijzonder. Hij was in twee dagen gewend en met een ooglap en oordoppen (de meeuwen bleven de klok rond doorkrijsen) sliep je prima, ook omdat je na een hele dag lopen en klimmen kapot was. Het wonderlijke ervan overviel hem pas achteraf, op de terugreis, toen hij met Vincent in één ruk achthonderd kilometer door Zweden zuidwaarts reed; na weken ononderbroken daglicht kleurde de avond kobalt en ze hadden de gewaarwording dat het onmogelijk zó donker kon worden − een sprookjesachtige sensatie, en je vatte het ontzag van de oermens voor een zonsverduistering. Hiermee samen viel de opluchting toen hij halfweg Zweden bij de Oostzee voor het eerst weer grote loofbomen zag, volle eiken en populieren. En geen muggen, herinnerde hij zich; een maand lang niet gestoken, zelfs geen mug gezien terwijl het soms, wat hij ook niet zo noordelijk verwachtte, meer dan vijfentwintig graden was. Lotte, die Nooit meer slapen in haar rugzak had, verklaarde Alfred Issendorf tot aansteller en mietje.
   Maar de essentie van de Lofoten was het licht. Dat zou hem bijblijven: een teder, geheimzinnig en tegelijk intens weemoedig schijnsel dat in de late avond op alles neerstreek." (Fragment uit Grip, pag.22-23)




Mei 2007, het internationale spoorwegstation Bruxelles Midi. Bij gebrek aan echt wereldnieuws kondigen kranten de onsterfelijkheid van het mensdom aan; volgens een Amerikaanse hoogleraar zal het binnen twee decennia zover zijn.
   Op deze zelfde zonovergoten dag zullen, twintig jaar na hun studententijd en eerste kennismaking in alpinistenkringen, Vincent, Martin, Paul en Lotte elkaar terugzien. Een incident op de Lofoten, boven de poolcirkel, stuurde hun levens op dramatische wijze. Er bestaat echter nog altijd verwarring over wat destijds precies is voorgevallen, en in de aanloop naar de voorgenomen reünie wordt het verleden voor ieder van de groep in een nieuw en soms ontluisterend perspectief geplaatst.
   Grip gaat over vriendschap, over reizen, over zelfinzicht, over vergankelijkheid en over de wezenlijke vraag of je het leven leidt dat je had willen leiden. Of de keuzes die je maakte wel jouw keuzes waren. Hoe het beeld dat je hebt van de ander zich tot die ander verhoudt.
   (Tekst uitgeverij Van Oorschot)

Voor de allereerste recensie van Grip (Arie Storm in Het Parool/Tubantia) zie hier
NRC Handelsblad 25 november: "Grip is een klassiek opgezette roman waarin Enters stijl samengaat met een feilloze compositie, sterke personages, existentiële thema's en een schitterende climax. En twee cliffhangers." Zie hier voor de hele recensie
Nederlands Dagblad 25 november: "Buitengewoon spannend [...] De roman is nog lang niet dood, gelukkig."
Trouw 26 november: "Stephan Enters nieuwe roman 'Grip' is rijk aan ideeën, klassiek, en diepzinnig, kwaliteiten die in het Nederlandse proza van vandaag schaars zijn geworden."
De Pers 6 december: "Stephan Enter schreef een superieure tijdloze roman over de tijd [...] in fantastisch geformuleerde volzinnen. Kraakhelder en toch vol empathie." Zie hier voor de hele recensie
Cobra.be 4 januari: "De taal is helder, de formuleringen zijn elegant en vindingrijk, de ernst is er één zonder aanstellerige zwaarte of overbodige franjes. Stephan Enter weet op te roepen wat alle goede literatuur vermag: hoe verwarrend en verrukkend leven kan zijn." Zie hier voor de hele recensie, Cobra.be is de cultuurwebsite van de VRT.
Reformatorisch Dagblad 10 januari: "[...] een feilloos stilist [...], die met zijn welgekozen zinnen werelden optilt, deze eventjes ronddraait voor je verbaasde ogen, om ze dan weer met speels gemak te laten verdwijnen. Niet door allerlei taalkundige tierelantijntjes, maar gewoon door heel goed en heel precies te schrijven, met afgewogen beeldspraak." Zie hier voor de hele recensie
Literair Nederland 18 januari: "In Grip snijdt Stephan Enter een tijdloos thema aan: zijn we als mensen daadwerkelijk met elkaar verbonden of leven we ons leven ondanks intense vriendschappen in volstrekte eenzaamheid? Met deze vraag als rode draad creëert Enter een mooie roman, waarbij herinneringen van twintig jaar geleden langzaam onder ‘knisperende laagjes nieuwe gebeurtenissen’ worden opgedolven." Zie hier voor de hele recensie.
8Weekly 26 januari: "Allemachtig, wat een boek. Laat het een bestseller worden." Zie hier voor de hele recensie
En zie hier en hier en hier en hier voor verdere reacties op het internet.

Op 24 december jl. koos De Volkskrant Grip in het rijtje De-Drie-Beste-Boeken-van-2011: "Alles beweegt en rolt voort, elk perspectief is daarbij verschillend, en toch wil de kunstenaar ingrijpen door momenten te fixeren en die in zijn eigen prosodie en metriek met elkaar te verbinden. Deze klassieke drijfveer voerde Stephan Enter tot zijn grootse roman Grip."
En in het literaire eindejaarsoverzicht van NRC Handelsblad op 30 december: "Eerst is het zaak hier nog aandacht te eisen voor [...] de roman die in de literatuurgeschiedenis altijd met het jaar 2011 verbonden zal blijven. Een instant-klassieke vertelling die ervoor heeft gezorgd dat het jaar [...] eindigt met een literaire Mount Everest: het schitterende Grip van Stephan Enter. Een roman [...] die tot de laatste letter is doordesemd van de literaire scheppingskracht die ook Hella Haasse gedreven moet hebben."
Carel Peeters in Tirade 442 (februari 2012): "Een personage als Paul kom je in de Nederlandse literatuur niet gauw tegen. Hij staat onomwonden voor zintuiglijkheid en vitaliteit. Geen ostentatieve, maar een introverte vitaliteit, één van alerte, op scherp staande zintuigen. [...] Nietzsche zou wel weten hoe je [zijn] blik [op de wereld] moest noemen: Lebensbejahung."

Op 11 december 2012 werd bekendgemaakt dat de C.C.S.Croneprijs, de tweejaarlijkse oeuvreprijs van de stad Utrecht, aan Stephan Enter is toegekend
Op 6 november 2012 werd aan Grip de F.Bordewijkprijs toegekend
Voor meer informatie zie bijvoorbeeld hier
Op 5 mei 2012 won Grip in Gent de Prijs van de Gouden Boekenuil Lezersjury
"Ik voel me enorm vereerd met deze prijs. Deze jury van 100 heeft gekozen voor het boek dat door de pers unaniem als het meest literaire werd gezien. Dit logenstraft het cliché dat zo'n lezersprijs altijd naar een simpele 'pageturner' gaat. En het bewijst dat Vlamingen goede lezers zijn." (Na de uitreiking in gesprek met De Standaard der Letteren)
Voor een interview met HUMO voorafgaand aan de uitreiking zie hier of hier

Enkele interviews online omtrent Grip
met Maarten Dessing voor BOEK Magazine - zie hier
met Kenneth van Zijl voor Knetterende Letteren (Cultura24) - zie hier of hier
met Jeroen van Kan voor De Avonden (VPRO) - zie hier 
met Peter Gielissen voor Lezen.tv - zie hier 



Interview voorafgaand aan de publicatie van Grip (oktober 2011)
en deels gepubliceerd in het ‘vooruitleesboekje’, afgenomen door Merijn de Boer, schrijver & redacteur tijdschrift Tirade

Wie zijn de hoofdpersonages van uw nieuwe roman en hoe verhouden die zich tot elkaar?
Grip draait om drie mannen en een vrouw, Paul, Vincent, Martin en Lotte, die elkaar kennen van een periode uit het begin van hun studententijd. Tijdens een klimreis naar de Lofoten is er iets gebeurd dat na twintig jaar nog steeds niet is opgehelderd. Wat hun onderlinge verhouding betreft − dan zou ik Grip zo ongeveer moeten navertellen.

Is Lotte het belangrijkste personage?
Nee, dat zou ik niet zeggen. Er is niet echt sprake van een ‘belangrijkste’ personage. Het gaat mij om het conglomeraat, de vriendschap tussen vier mensen als geheel, en wat die vriendschap met hen, met hun hele leven, heeft gedaan. Daarin ligt ook de kern van het boek.

Kunt u iets over de compositie van de roman vertellen?
Grip bestaat uit drie delen en een epiloog. Na elk deel verschuift het perspectief naar een ander personage; je krijgt de gebeurtenissen en herinneringen dus vanuit verschillende gezichtspunten voorgeschoteld. Maar − en dat was een van de uitdagingen bij het schrijven van dit boek − er zit wél een lineair tijdsverloop in de roman als geheel; ofschoon ik de afzonderlijke delen met de randen wat over elkaar heb gelegd, is de algehele voortgang, de vaart in de gebeurtenissen op één lentedag in 2007, behouden en het boek leest als een doorlopend verhaal met een duidelijke plot en een spannende ontknoping.
        Het interessante aan deze opzet met perspectiefwisselingen is voor mij dat ik zo allerlei beelden, gebeurtenissen, uitspraken etc. kan laten terugkomen, waardoor deze (hopelijk) gaan resoneren, cyclisch worden en daardoor het geheel van de roman een grotere hechtheid geven. Vergelijk het met de opzet van een klassieke symfonie; daarin hoor je na verloop van tijd ook motieven opklinken die je al eerder in iets andere vorm en context hoorde, en mede zo, door die herkenning, krijg je grip op de structuur van de symfonie als geheel. Of de illusie dat je die hebt.
        Daarnaast hoop ik dat de gekozen opzet de psychologie van de personages heeft verdiept. Eerst krijg je een gebeurtenis vanuit personage A voorgeschoteld; als lezer ben je geneigd met de visie van A mee te gaan. Wanneer je echter daarna dezelfde situatie door de ogen van personage B ziet, wordt veel van wat A zegt en vindt verduidelijkt, of juist gerelativeerd, en soms ook geïroniseerd.
        Ten slotte kon ik met deze specifieke compositie bepaalde aspecten van de aard van herinneringen laten zien en laten voelen zonder ze te hoeven benoemen. Bijvoorbeeld door opzettelijk kleine onzuiverheden aan te brengen − want zo zitten werkelijke herinneringen ook in elkaar. Ter illustratie: in deel I herinnert Paul zich wat hij weet van de allereerste ontmoeting tussen Vincent en Martin in een stadsbus; Vincent laat een tas met stijgijzers staan en Martin loopt hem daarmee achterna. Maar wanneer in deel II Martin zich dat zelfde moment herinnert, blijken allerlei details net even anders te liggen... Juist door zulke ‘fouten’ impliciet te houden, hoop ik het wezen van wat herinnering eigenlijk is en voor ons betekent, sterker over te brengen.

In uw vorige roman heeft u een literair spel gespeeld dat door geen van de critici is opgemerkt. Kunt u daar iets over vertellen?
Ja, dat was interessant. Over de teneur van de recensies mag ik niet klagen, maar er werd veel over het hoofd gezien. Des te aardiger wanneer dan later toch nog, bijvoorbeeld, een lezeres uit Hoevelaken ontdekt dat elk hoofdstuk/verhaal uit Spel om hetzelfde grondthema draait, te weten ‘loyaliteit’ − loyaliteit aan een vriendschap, aan de liefde, de familieafkomst, de geboortestreek etcetera − en dat de hele wordingsgeschiedenis van Norbert verloopt langs de lijnen van zijn (niet altijd even standvastige) omgang met loyaliteit. Of wanneer 'gewone' leesclublezers wél blijken door te hebben dat Spel, letterlijk vanaf de eerste alinea, een vrij ironisch boek is, dat er (zoals ook bij Lichtjaren en soms bij Winterhanden) een onbetrouwbare verteller boven het boek hangt en dat je Norbert dan ook, in zijn ontwikkeling tot pedante snob, soms met een flinke korrel zout moet nemen. Ook was ik blij met de bespreker van de Süddeutsche Zeitung, die zag dat “Enter [...] wechselt die Erzählperspective, bis sich in den chronologisch späteren Kapiteln immer mehr der Ich-Erzähler verfestigt: Ein subtiler Trick, das Erwachsenwerden literarisch nachzustellen” (Süddeutsche Zeitung 23 nov 2009). Dan het aspect waarop u waarschijnlijk doelt: dat Spel, naast een roman-in-verhalen en een ontwikkelingsroman, nog iets anders is en wel een ‘Exercise de Style’. Elk hoofdstuk van Spel is een eerbetoon, in stijl, toon en onderwerp, aan een schrijver die ik bewonder. Zo is het eerste, ‘Vogeltaal’, een verwijzing naar nobelprijswinnaar Kenzaburo Oë (De hoogmoedige doden), het tweede verwijst naar John Updike, het derde naar Vladimir Nabokov, het vierde naar Virginia Woolf etcetera. Dit werd inderdaad door geen enkele recensent gezien, maar tot mijn plezier wel door o.a. de vorig jaar overleden en ook door mij bewonderde Rudy Kousbroek.

Terug naar Grip. Draait het in Grip vooral om vriendschap of om de liefde voor een vrouw?
Geen van beide − het gaat om het verstrijken van tijd, om het afbrokkelen of standhouden van herinneringen, om vergankelijkheid in de breedste zin van het woord, en hoe daar mee om te gaan; daarin ligt ook de betekenis van de titel. Veel belangrijker dan, bijvoorbeeld, het liefdesdrama dat in het boek een rol speelt, is de illustratie (in deel III) hoe je je leven lang met zo’n persoonlijke geschiedenis in jezelf zit opgesloten en hoe je daar, zelfs al zou je alles over je leven aan een ander vertellen, nooit wezenlijk iets aan kunt veranderen.

Waarom koos u de Lofoten als decor voor uw roman?
Ha - misschien wel omdat ik daar zelf een situatie heb meegemaakt die te vergelijken valt met een hachelijk voorval in Grip. Gelukkig besloot míjn medereiziger het hele sneeuwveld rollend op zijn buik en rug over te steken; een idioot gezicht maar het heeft hem misschien gered, want later ontdekten we dat die op het oog compacte sneeuw/ijsmassa net zo’n van binnen uitgehold karkas was als de beschreven plek in Grip. Voor mij is dat autobiografische brokje de initiatie geweest voor de scharnierscène met Paul en Lotte − zo gaan die dingen. Overigens vertoont ook de dramatische slotpassage in Wales sterke overeenkomst met iets dat mij daar zelf (bijna) overkwam.
        En verder: het werkt altijd beter met een gebied dat (of een situatie die) je goed kent; je kunt dan details, met name zintuiglijke, gebruiken die 100% authentiek zijn, die je nooit kunt verzinnen als je er zelf niet hebt rondgelopen en daarmee de lezer het gevoel geven dat de schrijver precies weet waarover hij het heeft en hem zo het boek in trekken. In het aanvankelijke plan voor de roman had ik veel scènes gedacht in Zwitserland, dat ik ook goed ken. Echter: de laatste keer dat ik een paar weken lang ergens met een rugzak heb rondgelopen was niet in Zwitserland maar op de Lofoten. Die omgeving stond me, met alle zintuiglijke details, nog haarscherp bij. Een mooie bijkomstigheid is dat maar weinig mensen op de Lofoten zijn geweest − dat geeft het boek misschien een extra avontuurlijk aspect.
        Ook vond ik het interessant een boek te schrijven dat van tijd tot tijd een loflied is op Scandinavië. Voor mij is Noorwegen, Zweden, Scandinavië, een gebied waar ik me intens vrij en gelukkig heb gevoeld; het zuidelijke deel van de Lofoten is een van de betoverendste plekken waar ik van mijn leven ben geweest.

Op welke manier speelt het thema onsterfelijkheid een rol in Grip?
In het begin van de roman leest Vincent een kranteartikel waarin een Amerikaanse hoogleraar voorspelt dat de wetenschap over twintig jaar in staat zal zijn ons onsterfelijk te maken. In de loop van het boek ontspint zich hierover een discussie tussen de verschillende protagonisten; dit gebeurt op een speelse manier − soms verdwijnt de discussie een tijdlang naar de achtergrond maar dan komt iemand opeens met een nieuw argument voor of tegen, en zo slingert het onderwerp zich een eigen weg door het boek. Wat ik hiermee heb beoogd, is dat deze thematiek impliciet gaat interfereren met de hoofdlijn van het boek, met de geschiedenis van de vriendschap van de vier, en daar een bepaald licht over laat schijnen, er misschien zelfs een dimensie aan toevoegt.

Waar moet een goede roman volgens u aan voldoen?
Stijl, stijl, stijl. De zinnen moeten een toon en een melodie hebben die gemaakt lijken voor het betreffende boek. En in die zinnen moeten beelden en metaforen voorkomen waarvan ik als lezer denk: ja, dat is zo, wat mooi, ja dat is precies goed gezien, en dat had ik zelf ook kunnen zien maar om de een of andere reden is dat nooit gebeurd en nu laat deze schrijver het mij zien. Een goed boek geeft je het gevoel dat er voortdurend ramen worden opengegooid.
        Ten tweede: personages die je raken, doordat ze iets doen met jouw gedachten over je leven, ook al is dat maar door één kleinigheid in honderd pagina’s.
        Ten derde: een plot die geschapen lijkt voor de gekozen personages en hun geschiedenis; een subtiele plot ook – een plot die je misschien zo even denkt te kunnen navertellen, maar zodra je begint merk je dat je vastloopt in je eigen woorden.




Maart 2013 verschenen, bij Berlin Verlag:
Im Griff, roman. Vertaling van Grip door Christiane Kuby.

Zwei Männer sitzen in einem Zug, Vincent und Paul, introvertiert, verträumt der eine, nach Nähe suchend; zynisch, scheinbar ein Siegertyp der andere. Sie fahren einem Wiedersehen entgegen, einer Wiederbegegnung mit Lotte und Martin, mit denen sie zwanzig Jahre zuvor einen dramatischen Kletterurlaub auf den Lofoten verbrachten. Ein Ereignis dort, nördlich des Polarkreises hat ihr Leben für immer geprägt. Doch die Sicht auf die Vergangenheit ändert sich nun, in Erwartung des Treffens, unerwartet für jeden einzelnen von ihnen.
»Im Griff« handelt von Freundschaft, von Liebe, von Zusammenhalt und Vergänglichkeit. Von der Frage, ob man das Leben führt, das man sich vorgestellt hat. Ob die Entscheidungen, die man getroffen hat, auch wirklich die eigenen waren. Ein Roman im Rhythmus einer Zugreise, meisterhaft komponiert, eine Erzählung, die man mit angehaltenem Atem liest.




Maart 2013 verschenen, bij Font Forlag, Noorwegen:
Gjenforeningen, roman. Vertaling van Grip door Bodil Engen.

En vakker, dramatisk og uforglemmelig historie om liv, identitet, drømmer og håp. En klatretur i Lofoten blir et dramatisk vendepunkt i livet til fire unge mennesker da Lotte holder på å omkomme under høyst uklare omstendigheter.
Tyve år senere avtaler de fire å møtes igjen. Paul og Vincent, som begge var forelsket i Lotte, setter seg på Eurostar-toget i Brussel for å besøke Lotte og Martin, den fjerde klatrevennen, som siden har giftet seg med Lotte. Togreisen og gjenforeningen i Wales blir for dem alle en reise tilbake til opplevelsene i Lofoten og til forestillingen om hvem de en gang var - eller trodde at de var.
Med dette utgangspunktet har Stephen Enter skrevet en medrivende beretning om livets omskiftelighet, om drømmer og fremtidshåp som går tapt, om hvordan tiden og erindringen forvrenger alle ting.




April 2014 verschenen bij Iperborea, Italië:
La Presa, roman. Vertaling van Grip door Giorgio Testa.

“Felici così non lo saremo mai più” è la frase che da vent’anni risuona nell’orecchio di Paul. All’università formava con Vincent, Martin e Lotte un inseparabile quartetto di amici e appassionati alpinisti, ma dopo una scalata sulle isole Lofoten le loro strade si sono improvvisamente divise. Solo oggi, in un’assolata mattina d’estate, alla stazione di Bruxelles, ha inizio il viaggio che li porterà a rivedersi. Ma più l’incontro si avvicina, più la tensione sale, e la memoria torna su quelle vette sospese tra il mare e il cielo, quando il mondo era ancora fatto di sogni e possibilità senza fine, quando Vincent era troppo preso dalle sue sfide per dare ascolto al cuore, Martin non aveva altri desideri che il riscatto sociale, e Lotte era un presuntuoso maschiaccio, ma così affascinante, così inafferrabile. Fino a quell’irrecuperabile attimo in cui il caso o l’urgenza della vita li ha chiamati a una scelta che ha segnato il loro destino. E solo ora, mentre il puzzle di quei giorni si ricompone, rivelando a ognuno le proprie colpe, debolezze, illusioni verso l’amicizia, l’amore, la felicità, si fa strada la domanda: Ma è davvero questa la vita che volevo vivere? Con un raffinato romanzo psicologico che segue il ritmo del pensiero in un crescendo d’intensità, sullo sfondo di una natura estatica che sembra prendersi gioco di ogni ambizione umana, Enter racconta il rischio di vivere, la vertigine della libertà di scelta, quella presa che continua a sfuggire nella scalata del destino, e il potere unico del ricordo di rendere eterno un attimo, di fermare l’inesorabile clessidra del tempo.





Grip werd genomineerd voor de Longlist van de Libris Literatuurprijs 2012, voor de Shortlist van de AKO Literatuurprijs 2012 en die van de Gouden Boekenuil 2012, en won de Prijs van de Lezersjury Gouden Boekenuil 2012, de F. Bordewijkprijs 2012 en de C.C.S. Croneprijs 2012

Zie voor meer informatie over het werk van Stephan Enter: http://www.stephanenter.nl/